
30/06/2021
In 2021 beleven we Pride voornamelijk op een scherm: de parade, voorstellingen en acties vinden virtueel plaats. Dat is ook bij Coca‑Cola zo. Ieder jaar zetten we in België in mei, en wereldwijd in juni de LGBTQI-community* in de schijnwerpers, met een feest als moment suprême. Dat doen we ook dankzij Kenny De Mulder, European Learning & Development Manager bij Coca‑Cola Europacific Partners. Hij zet zich samen met collega’s via een belangengroep in om de gemeenschap binnen de organisatie te laten zien en horen. “Diversiteit en inclusie zijn actuele thema’s waar ook Coca‑Cola sterk op inzet. De uitdaging zal zijn om dat vol te houden. Continue to walk the talk.”
*LGBTQI: Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender, Queer of Questioning, Intersex
Pride wordt vooral geassocieerd met de kleurrijke parade. “Maar het is veel meer dan dat”, weet Kenny. “Tijdens Pride vieren we ook alle vrijwilligers en organisaties die zich dagelijks inzetten voor de gemeenschap. Mensen gaan er al snel vanuit dat hier in West-Europa alles prima gaat. We mogen onszelf zijn, we mogen trouwen, een kind adopteren, … Maar de bewustwording die Pride met zich meebrengt blijft belangrijk en nodig: ook vandaag nog krijgt de gemeenschap te maken met geweld, zowel fysiek als mentaal.”
Ondanks het ruimdenkende imago van België, wordt Kenny regelmatig geconfronteerd met zijn ‘anders-zijn’ in een heteronormatieve samenleving: “Wanneer ik met mijn vriend op straat loop, ben ik mij altijd bewust van mijn omgeving. Is het wel veilig om elkaars hand vast te houden? Dat zou niet nodig mogen zijn.”
“Ik word me steeds meer bewust van het gebrek aan inclusie. Dan spreek ik niet alleen over de LGBTQI-gemeenschap, maar over alle minderheidsgroepen die te maken krijgen met vooroordelen.”
Die vooroordelen komen niet altijd voort uit kwaadwilligheid. “Mensen zijn zich soms niet bewust van hun woorden. Wanneer iemand die ik nauwelijks ken me bijvoorbeeld vraagt of ik ‘een vriendin heb’… Want antwoord je dan? ‘Nee, maar trouwens ik ben homo’? Dan lijkt het alsof je een groots statement wil maken. Zeg je ‘Nee, ik heb een vriend’, dan breng je de ander misschien in verlegenheid. Het geeft je het gevoel dat je jezelf moet outen, ook als je dat liever niet zou doen. Stel je de vraag ‘Heb je een partner?’, dan kan ik zelf kiezen wat ik vertel.”
Ook op de werkvloer kan dat voor ongemakkelijke situaties zorgen. “Ik heb nooit een geheim gemaakt van mijn geaardheid, maar het was wel vaak zoeken. Ik voel me nu veel vrijer om mezelf te zijn dan toen ik in 2012 bij Coca‑Cola begon.”
“De salesafdeling bijvoorbeeld was vroeger echt een machowereld. Tenzij je een witte heteroman was, was het er moeilijk aarden. Dat is veranderd met de komst van een nieuwe structuur en een nieuw bestuur. Die maakte een frisse start en ging bewust moderniseren. Er wordt nu open gecommuniceerd over het belang van inclusie en diversiteit, bijvoorbeeld via werkgroepen en rondetafelgesprekken.“
Sinds kort valt Indonesië mee onder de CCEP-paraplu. “Een land dat niet bepaald bekendstaat om zijn acceptatie naar homoseksualiteit toe. De open communicatie die we hier toepassen, zal daar vrij moeilijk verlopen. Ik ben benieuwd hoe we dat gaan aanpakken.”
Over de kritiek die bedrijven krijgen over hun activisme tijdens Pride, is Kenny stellig: “Hebben merken commercieel belang bij het uithangen van de regenboogvlag? Ongetwijfeld. Maar dat neemt niet weg dat de zichtbaarheid enorm veel betekent voor de gemeenschap.”
“Maar het mag geen pinkwashing zijn, waarbij Pride het enige moment is waarop inclusie van de LGBTQI-gemeenschap op de agenda staat. Bijdragen aan het bewustzijn rond diversiteit en helpen minderheidsgroepen zichtbaar te maken moet een structureel gegeven zijn.”
“Coca‑Cola heeft een enorme invloed. Het is goed om te zien dat we die de laatste jaren meer en meer gebruiken om diversiteit te normaliseren. Grote statements zijn mooi, maar daar begint het verhaal pas. Alle communicatie, via tv-spots of sociale media, moet een correcte weerspiegeling zijn van de maatschappij. En moet minderheidsgroepen laten zien in doodgewone situaties waarin hun zogezegde anders-zijn geen storyline op zich wordt.”
Iedereen kan zijn steentje bijdragen door een goede bondgenoot te zijn van de LGBTQI-gemeenschap. Hoe? “Maak geen veronderstellingen over mensen. Ga er niet vanuit dat iedereen heteroseksueel is, of dat elke persoon die eruitziet als een man of vrouw zich ook zo identificeert”, legt Kenny uit. “Daarom is het zo belangrijk om op je taalgebruik te letten. Met onze belangengroep schreven we een taalgids voor genderneutraal taalgebruik. Die werd door het hele bedrijf verspreid.”
“Organisaties zeggen vaak ‘wij hebben geen probleem met holebi’s’, maar dat is niet genoeg. Dat engagement moet je ook terugzien in een divers personeelsbestand. En dat start vanaf de vacaturetekst: ook daar moeten minderheidsgroepen zich aangesproken en aanvaard voelen. Verder moet er open en proactief over inclusie gecommuniceerd worden, bijvoorbeeld door werkgroepen en rondetafelgesprekken.”
“We spenderen veel tijd op ons werk. Daarom mag je de invloed van zulke initiatieven niet onderschatten. De bewustwording vloeit door naar het privéleven van medewerkers die anders nooit met de LGBTQI-gemeenschap in aanraking komen. Zo creëer je een domino-effect. En komen we weer een stap dichter bij een wereld waar iedereen zichzelf kan zijn.”