Deze pagina is niet langer up to date. Voor de meest recente informatie over dit onderwerp, ga naar: https://www.coca-colacompany.com/sustainability.
 

Hoe Coca-Cola water teruggeeft aan de natuur

Hoe Coca‑Cola water teruggeeft aan de natuur

De water replenishmentprojecten in samenwerking met Natuurpunt en Natagora

Coca‑Cola en waterbeheer, dat bestaat uit twee onderdelen. Enerzijds streven we er natuurlijk naar om ons waterverbruik zoveel mogelijk te beperken. Hoe we dat doen, kan je hier lezen. Anderzijds geven we ook water terug aan de natuur. Het is ons doel om al ons gebruikte water in regio’s met waterschaarste terug te geven aan de natuur.

Water teruggeven aan de natuur? Hoe doe je dat?

Om dit doel bereiken, werken we samen met de natuurbehoudsorganisaties Natuurpunt in Vlaanderen en Natagora in Wallonië en Brussel. The Coca Cola Foundation steunt vier van hun projecten waar zij telkens een natuurgebied terug naar de originele staat willen brengen. Deze van nature waterrijke plaatsen kunnen zo opnieuw water vergaren, wat dan weer de omgeving en biodiversiteit ten goede komt.

The Coca‑Cola Foundation

De steun komt van The Coca‑Cola Foundation, de filantropische arm van The Coca‑Cola Company. Die werd opgericht in 1983 en heeft als doel om terug te geven aan de maatschappij. Hierbij steunt de foundation een brede waaier van projecten, gaande van onderwijs en de strijd voor gelijkheid tussen man en vrouw tot duurzaam waterbeheer en recycling.

Ontdek onze samenwerkingen met Natuurpunt en Natagora:

Het Stappersven is een onderdeel van het veel groter, grensoverschrijdend Grenspark Kalmthoutse Heide. Dat nationaal park is ongeveer 60 km² groot en ligt deels in de Belgische provincie Antwerpen en in de Nederlandse provincie Noord-Brabant.

“Vooral gekend bij ons is de Kalmthoutse Heide”, zegt Filip Hebbrecht, verantwoordelijke samenwerking bedrijven bij Natuurpunt, “Dat gebied lokt jaarlijks meer dan 300.000 bezoekers. Het bestaat uit stuifduinen, bossen, heide en vennen en biedt een thuis aan heel wat bijzondere planten. Denk bijvoorbeeld maar aan Pijpenstrootje en Stekelbrem, of het fantastische uitzicht wanneer de struikhei en dophei in bloei staan en de hele heide paars kleurt. Ook dieren zoals de vuurjuffer, rugstreeppad, heikikker, boomleeuwerik en nachtzwaluw voelen zich er opperbest.”

De steun van The Coca‑Cola Foundation richt zich specifiek op het Stappersven. Dat gebied werd in 2011 officieel door Vlaanderen erkend als natuurreservaat en is een van de grootste heidevennen van Vlaanderen. Een enorm waardevol gebied dus. Zeker als je weet dat deze vennen erg veel water vasthouden. Dat is van levensbelang in de Kalmthoutse Heide dat in 2011 nog geteisterd werd door een hevige brand die 600 hectare natuurgebied in de as legde.

“Door ons ingrijpen en de steun van The Coca‑Cola Foundation kan het water sneller insijpelen en stijgt het grondwaterpeil.”

Filip Hebbrecht: “Toch was en is er nog heel wat werk aan de winkel. Zonder ingrijpen van de mens verruigen en verdwijnen deze unieke gebieden. Onder andere door die brand verboste het gebied heel snel. Daarom kapten we op strategische plaatsen het dennenbos en schraapten we de strooisellaag weg. Hierdoor werd het zand vrijgemaakt, kan het water sneller insijpelen en stijgt het grondwaterpeil. Dit grondwater komt verderop terug aan de oppervlakte en dit kwelwater is van groot belang voor het herstel van een hoogveen en de bijzondere vegetatie die daarbij hoort.”

Vennen

Het kappen van bomen gebeurt trouwens niet zomaar. “Dit is telkens gebaseerd op grondig wetenschappelijk onderzoek, waarvan de resultaten op wereldschaal gecontroleerd worden. Aan het project in het Stappersven werkte bijvoorbeeld de Universiteit van Gent mee. Uit studies bleek dat wanneer je bij deze ondergrond uitheemse dennenbomen verwijdert, er veel meer regenwater in de grond dringt.”

Door de inrichtingswerken broedt de oehoe, de grootste uilensoort van Europa, voor het eerst op de Kalmthoutse Heide. Ook andere voorheen verdwenen vogels verschijnen opnieuw in het grenspark.

Foto’s: Wim Dirckx

“De Rivierrombout is voor het eerst in decennia opnieuw waargenomen in Vlaams-Brabant”, steekt Filip Hebbrecht enthousiast van wal wanneer we hem interviewen over ons samenwerkingsproject in de Demervallei. “Door watervervuiling nam deze Europees beschermde libellensoort gedurende de twintigste eeuw sterk af in Noordwest-Europa. Vanaf de jaren 90 was de libel weer in opmars in Duitsland en Nederland en kwamen er ook kleine populaties in Antwerpen en Limburg. Nu is de soort dus ook in de Demervallei gezien!”

"Met de steun van The Coca‑Cola Foundation nemen we maatregelen om het water langer in de natuurgebieden te houden en het de tijd te geven om in de grond te dringen."

 

Dat deze libel net daar opduikt valt niet te verbazen. Dit Natura 2000-gebied biedt een mooie geleidelijke overgang van verschillende biotopen. Er is de diepe vallei van de Demer, uitgestrekte moerasgebieden, graslanden, heide en bossen. Dat zorgt voor een erg rijke biodiversiteit die verschilt van regio tot regio. Ook hier zijn er jammer genoeg gevaren die deze natuurpracht bedreigen.

Filip Hebbrecht: “Verdroging is de grootste boosdoener. In de steeds drogere zomers komen de natte biotopen zoals hooilanden en de moerasgebieden onder druk. De omgevende (oud-)landbouwgronden zijn er bovendien op gericht het water zo snel mogelijk naar de Demer af te voeren waardoor het niet kan infiltreren. In de winter krijg je dan weer overstromingen waarbij rioolwater van de omliggende buurten in het gebied binnendringt. Dit heeft een heel nefast effect op de waterkwaliteit.

Met de financiële steun van The Coca‑Cola Foundation en de Europese LIFE-subsidie nemen we diverse maatregelen om het water langer in de natuurgebieden te houden en het dus de tijd te geven om in de grond te dringen. Bovendien koppelen we afvalwater af van de beken en grachten zodat dit niet langer de natuurgebieden kan inlopen. Tegelijk kochten en verwijderden we een tiental zonevreemde weekendhuisjes en deden verschillende herstelacties zoals het weghalen van uitheemse planten, het planten van bomen en het geven van een meer natuurlijke inrichting aan poelen en plassen.”

Tot slot dacht Natuurpunt ook aan de bezoekers. De toegankelijkheid van de natuurgebieden werd aanzienlijk verbeterd door een uitkijkplatform, een plankenpad en een wandelbrug over de leigracht te plaatsen.

Foto’s: Wim Dirckx

Sinds 2020 zetten we onze schouders ook onder een derde natuurherstelproject in Vlaanderen: Het Turnhouts Vennengebied. Dit is een verzamelnaam van een aantal vennen met kleurrijke benamingen zoals de Grote en de Kleine Klotteraard, Zwartwater en Haverven. Net als bij de andere locaties is er ook in het Turnhouts Vennengebied een mooie afwisseling met andere biotopen zoals heide, naaldbos en moerasgebieden.

Filip Hebbrecht: “Het Turnhouts Vennengebied is zeer belangrijk en is dan ook Europees beschermd als Natura-2000 gebied. Je vindt er bijzondere dieren zoals de kamsalamander en de wulp. Ook is het de thuisbasis van de tweede grootste populatie grutto's in Vlaanderen. Er duiken ook enkele pareltjes van planten op. Denk aan de drijvende waterweegbree, oeverkruid en waterlobelia.”

Het lijkt misschien contradictorisch maar in het gebied vind je ook droge landduinen waar de temperatuur in de zomer erg hoog wordt en je specifieke planten en dieren krijgt die zich aan dit extreme milieu aanpassen.

Moerasgebied

“Met het herstel van de vennen in het Turnhouts vennengebied hopen we om meerdere doelstellingen te realiseren. Het beschermen van de Stad Turnhout tegen wateroverlast is er een van, maar ook het herstel van zeldzame biotopen zoals vennen en natte heide. Hierbij richten we ons specifiek op de dieren en planten die op de rode lijst van bedreigde soorten staan, maar wel nog in het gebied voorkomen. We zorgen ervoor dat zij ideale omstandigheden hebben zodat hun populatie zich weer kan uitbreiden.

Net als bij de andere projecten, denken we hier ook aan de bezoekers. We plannen namelijk om heuse kijkwanden te bouwen zodat iedereen kan komen genieten van de herstelde natuur.”

Elke druppel telt. Vandaag en morgen.

Foto 1: Wim Dirckx

Foto 2: Toerisme Turnhout

Foto top: Ilse Prinsen

Het Europese LIFE-project gaat al geruime tijd mee. Sinds 1992 al is het de EU’s belangrijkste instrument om klimaat- en omgevingsprojecten te financieren. Eén van de grote projecten van 2019 draait rond het behoud van 480 hectare veengebieden in het Noorden van Frankrijk en Belgisch Lotharingen in Wallonië. Specifiek zal men zes jaar lang alkalische (kalkrijke) veengebieden versterken. Een kenmerk van dit type landschap is dat het water erg goed kan vasthouden.

“…En dat zowel in tijden van overstroming én van droogte”, weet Baudouin Oldenhove. Hij is marketingverantwoordelijke bij Natagora.  “Venen zijn drassige gebieden waar plantaardig materiaal zich heeft opgestapeld. Door de hoge vochtigheidsgraad breekt dit materiaal niet zo snel af en blijft het liggen. Wat bijzonder is aan deze alkaline venen is dat deze ph-neutraal zijn. Dat betekent dat het water hier niet zuur is.”

“Heel wat laagveen is verdwenen door drooglegging voor landbouw of begroeiing, met ernstige gevolgen voor de biodiversiteit. Daarom is het project enorm belangrijk voor de natuur in België."

De lage zuurtegraad biedt dan weer de ideale omstandigheden aan flora en fauna om zich te ontwikkelen. Baudouin Oldenhove: “De biodiversiteit in zulke gebieden is enorm en varieert zelfs naargelang de verschillende evolutiestadia van het ven: van een omgeving met veel water tot lichte begroeiing en uiteindelijk tot bossen.”

“Jammer genoeg is doorheen heel Europa heel wat laagveen verdwenen. Dat komt door ophoging en drooglegging voor landbouw of het is simpelweg begroeid door struiken en bossen. Dat heeft natuurlijk ernstige gevolgen voor de biodiversiteit. Daarom is het LIFE-project en de hulp van The Coca‑Cola Foundation enorm belangrijk voor de natuur in België. Een tweede voordeel is toerisme. Het herstellen van deze venen maakt de omgeving nog interessanter voor bezoekers. Langsheen mooie wandelpaden kan men deze unieke biotoop verkennen en beleven. Twee sites (Fouches en Marais de Heinsch) zijn namelijk toegankelijk voor het publiek. En dat is bovendien ook weer een pluspunt voor de lokale middenstand!”

Benieuwd naar de andere initiatieven van CCEP?